Sauwelen is op een grappige manier onzin vertellen en dus eigenlijk niets zeggen. De sauwelaar probeert de mensen in de zaal te vermaken met een verhaal waarin ‘droge’ grappen en grollen zitten. SAUWELEN OF TONPRAOTEN komt uit de tijd dat de hofnar de koning op zijn fouten moest wijzen. De koning was bang dat de goden hem zouden straffen als hij niet goed zijn best deed.

De koning liet zich aan het eind van ieder jaar belachelijk maken door de hofnar.

Zo hoopte de koning dat de goden hem niet zouden straffen.

Het sauwelen in het Faantelaand komt ook voort uit deze traditie. In de beginjaren van het sauwelen (vanaf 1975) maakten enkele sauwelaars grapjes over rare of belangrijke inwoners van het dorp. Vooral Toon Koopmans, zijn zoon Gerrit Koopmans en Ed Snijders konden dat erg goed. Ed zelfs op rijm. Een van de bekendste sauwelaars uit het Faantelaand is Andy Marcelissen. Hij maakt geen grapjes over andere mensen. Hij kletst vanuit een onderwerp, zoals bijvoorbeeld over biljarten (Bil Jart dun biljarter), of over iemand in de gevangenis (Celleke Bajes dun oitbreker) of over een vogelliefhebber (Cor Nitoloog de vogelkenner). Hij maakt daarbij gebruik van woorden die je op verschillende manieren kunt gebruiken. Zo sauwelt hij een heel verhaal aan elkaar.